Vertaling leven van Nederlands naar Duits
Wat is leven in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van leven van NL naar DE.
leven het ~
(existentie)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Existenz
die ~
Dasein
das ~
Fortbestehen
das ~
Leben
die ~
Lebenswandel
der ~
Sein
das ~
leven het ~
(tumult)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Emsigkeit
die ~
Andrang
der ~
Beschäftigung
die ~
Betriebsamkeit
die ~
Gebrüll
das ~
Gedränge
das ~
Gedrängtheit
die ~
Geschäftigkeit
die ~
Geselligkeit
die ~
Getreibe
das ~
Getue
das ~
Getöse
das ~
Gewimmel
das ~
Gewirr
das ~
Gewühl
das ~
Lebendigkeit
die ~
Lebhaftigkeit
die ~
Regsamkeit
die ~
Rummel
der ~
Spektakel
der ~
Trara
das ~
Treiben
das ~
Trubel
der ~
reges Leben
das ~
Woorden die beginnen of eindigen met leven
levensbenodigdheden
-
levensstijl
-
achtergebleven
-
kloosterleven
-
levenskwaliteit
-
levensvatbaarheid
-
naleven
-
levensruimte
-
buitenleven
-
levenmaker
-
levensgenot
-
levensmiddelen
-
levenswerk
-
levendmakend
-
levensovertuiging
-
eeuwige leven
-
levendig
-
beroepsleven
-
levenslicht
-
levensbeschouwing
-
levensjaar
-
doorleven
-
levensonderhoud
-
levendbarend
-
levenskwestie
Recente vertalingen van NL naar DE
tegenstreefster
-
godgeleerde
-
meest voorkomend
-
muziekhandel
-
jurist
-
verheffend
-
ontwikkelaar
-
reservisten
-
opwaartse druk
-
verzender
-
kleur
-
verbreker
-
jachthuis
-
seizoenartikelen
-
dracht
-
verjaardag
-
ten val komen
-
schietincident
-
dompelen
-
ha
-
schouwburgen
-
catalogus
-
universitair examen
-
vertroostend
-
gemêleerd