Vertaling Treiben van Duits naar Nederlands

Treiben das ~

drijven

Treiben das ~ (Aktivität)
[zelfstandig naamwoord]

roerigheid de ~

activiteit de ~

bedrijvigheid de ~

Treiben das ~ (Betriebsamkeit)
[zelfstandig naamwoord]

kouwe drukte

drukte de ~

Treiben das ~ (Dünung)
[zelfstandig naamwoord]

zeegang de ~

deining de ~

schommeling de ~

wiegeling de ~

Treiben das ~ (Emsigkeit)
[zelfstandig naamwoord]

tumult het ~

beroering de ~

drukte de ~

geraas het ~

heibel de ~

heksenketel de ~

lawaai het ~

leven het ~

opschudding de ~

pandemonium het ~

rumoer het ~

Treiben das ~ (ungeordnetes Treiben)
[zelfstandig naamwoord]

rommelig gedoe

Treiben das ~ (überraschend eingreifende Polizeistreife)
[zelfstandig naamwoord]

razzia de ~

klopjacht de ~

Treiben das ~ (Gedränge)
[zelfstandig naamwoord]

grote menigte

drukte de ~

toeloop de ~

veel mensen

Wat is Treiben in het Nederlands?