Vertaling Betrieb van Duits naar Nederlands

Betrieb der ~ (Getreibe)
[zelfstandig naamwoord]

kouwe drukte

drukte de ~

ophef de ~

rumoer het ~

Betrieb der ~ (Gesellschaftsfirma)
[zelfstandig naamwoord]

vennootschap de ~

bedrijf het ~

coöperatie de ~

firma de ~

handelsbedrijf het ~

handelshuis het ~

maatschap de ~

maatschappij de ~

onderneming de ~

Betrieb der ~ (Lärm)
[zelfstandig naamwoord]

lawaai het ~

herrie de ~

kabaal het ~

leven het ~

rumoer het ~

spektakel het ~

Betrieb der ~ (Handelsunternehmen)
[zelfstandig naamwoord]

handelsbedrijf het ~

bedrijf het ~

Betrieb der ~ (Firma)
[zelfstandig naamwoord]

firma de ~

bedrijf het ~

onderneming de ~

zaak de ~

Betrieb der ~ (Fabrik)
[zelfstandig naamwoord]

fabriek de ~

Betrieb der ~ (reges Leben)
[zelfstandig naamwoord]

drukte de ~

gedrang het ~

toeloop de ~

toevloed de ~

Wat is Betrieb in het Nederlands?