Vertaling Geschäftigkeit van Duits naar Nederlands
Wat is Geschäftigkeit in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Geschäftigkeit van DE naar NL.
Geschäftigkeit die ~
(Leistungsfähigkeit)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
arbeidsvermogen
het ~
arbeidskracht
de ~
werkkracht
de ~
werkzaamheid
de ~
Geschäftigkeit die ~
(Arbeitseifer)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
vlijt
de ~
ijver
de ~
nijverheid
de ~
werklust
de ~
werkzaamheid
de ~
Geschäftigkeit die ~
(Emsigkeit)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
tumult
het ~
beroering
de ~
drukte
de ~
geraas
het ~
heibel
de ~
heksenketel
de ~
lawaai
het ~
leven
het ~
opschudding
de ~
pandemonium
het ~
rumoer
het ~
Geschäftigkeit die ~
(Unruhe)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
onrust
de ~
agitatie
de ~
beroering
de ~
gewoel
het ~
ongedurigheid
de ~
Geschäftigkeit die ~
(Aktivität)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
activiteit
de ~
arbeid
de ~
bedrijvigheid
de ~
bezigheid
de ~
werkzaamheid
de ~
Recente vertalingen van DE naar NL
verleumderisch
-
Erschütterung
-
was für
-
Fischessen
-
umfangreich
-
auf der Suchen sein nach
-
mega
-
Zuschlag
-
Gestirn
-
Verherrlichen
-
Wechselbeziehung
-
Hagerkeit
-
Rittertum
-
Zittern
-
Eichenblatt
-
kleine Frucht
-
Teeplantage
-
illuminieren
-
unbegreiflich
-
Schlußnummer
-
Kerzenwachs
-
Talkstein
-
introduzieren
-
Luftkrankheit
-
bereuen