Vertaling Lebhaftigkeit van Duits naar Nederlands

Lebhaftigkeit die ~ (Beweglichkeit)
[zelfstandig naamwoord]

levendigheid de ~

drukte de ~

opgewektheid de ~

vrolijkheid de ~

Lebhaftigkeit die ~ (Lustigkeit)
[zelfstandig naamwoord]

pretmakerij

jolijt de ~

jool de ~

keet de ~

lol de ~

plezier het ~

Lebhaftigkeit die ~ (Emsigkeit)
[zelfstandig naamwoord]

tumult het ~

beroering de ~

drukte de ~

geraas het ~

heibel de ~

heksenketel de ~

lawaai het ~

leven het ~

opschudding de ~

pandemonium het ~

rumoer het ~

Lebhaftigkeit die ~ (Temprament)
[zelfstandig naamwoord]

temperament het ~

vurigheid de ~

Lebhaftigkeit die ~ (Heiterkeit)
[zelfstandig naamwoord]

opgewektheid de ~

blijheid de ~

blijmoedigheid de ~

vrolijkheid de ~

Lebhaftigkeit die ~ (Beweglichkeit)
[zelfstandig naamwoord]

beweeglijkheid de ~

levendigheid de ~

Wat is Lebhaftigkeit in het Nederlands?