1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. offen

Vertaling offen van Duits naar Nederlands

Wat is offen in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van offen van DE naar NL.

offen
open
offen (ehrlich)
[bijvoeglijk naamwoord]
ronduit
openlijk
offen (freigebig)
[bijvoeglijk naamwoord]
goedgeefs
genereus
gul
mild
royaal
ruimhartig
scheutig
vrijgevig
offen (aufrichtig)
[bijvoeglijk naamwoord]
rechtschapen
eerlijk
open
oprecht
offen (kontemplativ)
[bijvoeglijk naamwoord]
contemplatief
offen (öffentlich)
[bijvoeglijk naamwoord]
onomwonden
cru
onverbloemd
onverholen
openlijk
rechttoe rechtaan
offen (unbewohnt)
[bijvoeglijk naamwoord]
onbewoond
offen (frei)
[bijvoeglijk naamwoord]
rechttoe
frank de ~
open
offen (freimütig)
[bijvoeglijk naamwoord]
onbeschroomd
niet beschroomd
onbedeesd
stoutmoedig
vrijmoedig
vrijpostig
offen (nicht dicht)
[bijvoeglijk naamwoord]
niet dicht
open
offen (zugänglich)
[bijvoeglijk naamwoord]
genaakbaar
benaderbaar
open
toegankelijk
offen (unverblümt)
[bijvoeglijk naamwoord]
onverbloemd
onbewimpeld
onomwonden
onverholen
openhartig
ronduit
ruiterlijk
offen (ledig)
[bijvoeglijk naamwoord]
ledig
leeg
onbezet

Woorden die beginnen of eindigen met offen

getroffen - offenkundig - erhoffen - offengesprungen - Offensive - offen daliegen - offenherzig - offenlassen - Offenbarung - betroffen - angetroffen - offenstehen - Offensiven - stockbesoffen - offensichtlich - stinkbesoffen - saubesoffen - unübertroffen - offen haben - offen hinlegen - offenfalten - Offenheit - offender Posten - offene Stelle - besoffen

Recente vertalingen van DE naar NL

Rasenstück - äußer - Ausladestelle - entzücken - zuschütten - Bedenkzeit - deklarieren - Thermik - Zerstreuung - Treffpunkte - Stab des Bischofs - Unlüste - Physiotherapie - Attentäter - Schweinerippchen - Käsestangen - Andrang - Fahrgäste - jährliche Zuwendung - Handbremse - zurücksenden - Mulde - Sauer machen - Schwerfälligkeit - Abutzungsfleck
Reinier Korth - Freelance Web Developer