1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. frei

Vertaling frei van Duits naar Nederlands

Wat is frei in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van frei van DE naar NL.

frei (gerade)
[bijvoeglijk naamwoord]
rechttoe
frank de ~
open
frei (freiwillig)
[bijvoeglijk naamwoord]
vrijwillig
onverplicht
spontaan
uit vrije wil
frei (im freien)
[bijvoeglijk naamwoord]
onoverdekt
onbedekt
frei (unbewohnt)
[bijvoeglijk naamwoord]
onbewoond
frei (in Freiheit)
[bijvoeglijk naamwoord]
in vrijheid
vrij
frei (unbehelligt)
[bijvoeglijk naamwoord]
ongehinderd
ongemoeid
ongestoord
onverstoord
vrijuit
frei (unabhängig)
[bijvoeglijk naamwoord]
onafhankelijk
frei (zugänglich)
[bijvoeglijk naamwoord]
genaakbaar
benaderbaar
open
toegankelijk
frei (steuerfrei)
[bijvoeglijk naamwoord]
onbelast inkomen
niet belast
onbelast
vrij van schulden
frei (kostenlos)
[bijvoeglijk naamwoord]
kosteloos
gratis
pro deo
voor niets
zonder kosten
frei (ungebunden)
[bijvoeglijk naamwoord]
ongebonden
bandeloos
losbandig
ongebreideld
vrij
frei (ledig)
[bijvoeglijk naamwoord]
ledig
leeg
onbezet
frei (vorhanden)
[bijvoeglijk naamwoord]
beschikbaar
disponibel
vacant

Woorden die beginnen of eindigen met frei

Freilandei - Freisinnigkeit - wahlfrei - Freizeitpark - feuchtigkeitsfrei - freilegen - Freitreppe - Freimachung - Freiwilligenkorps - Freigabe - freiberuflich - funkenfrei - frei hangend - Freizeitbeschäftigung - Freigeist - Freigebigkeit - freiblättrig - freistellen - freimütig - freisprach fragen - freiheitsliebend - schrumpffrei - Freimarken - Freizeitkleidung - Freier

Recente vertalingen van DE naar NL

Kanditat - Letzten - Positionen - hinaufgehen - westliche Länge - Gartenbaubetrieb - Goldbrokat - Alkoholverbot - sich abduschen - frömmlerisch - Geschimpf - Grundbedeutung - besiedeln - Berufen - Fahnentuch - Eiltelegramm - Versäumnis - Kleiderschrank - Luftstrom - nahe herankommen - Hirschleder - traurig - Bundesrepubliek - Züchter - presentiert
Reinier Korth - Freelance Web Developer