Vertaling vak van Nederlands naar Duits
Wat is vak in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van vak van NL naar DE.
vak het ~
(métier)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Handwerk
das ~
Beruf
der ~
Branche
die ~
Erwerb
der ~
Gewerbe
das ~
Handel
der ~
Kaufhandel
der ~
Wirtschaft
die ~
Woorden die beginnen of eindigen met vak
vakonderwijs
-
baanvak
-
vakantiestemming
-
vakbeurs
-
vakantieplanning
-
vakwerkconstructie
-
vriesvak
-
vakarbeid
-
vakdiploma
-
vakbondslid
-
vakantiecursus
-
vakbondsbeweging
-
vakbondslidmaatschap
-
vakantieoord
-
vakterminologie
-
vakstudie
-
vakbekwaamheid
-
vakkenvuller
-
vakbondsrecht
-
voornaamste schoolvak
-
vakantiegeld
-
vakantiedag
-
keuzevak
-
vakantieplannen
-
hoofdvak
Recente vertalingen van NL naar DE
bocht
-
verzendlijst
-
lallen
-
bedrijfsleven
-
opdringerig
-
toegrijnzen
-
serpentjes
-
protsend
-
boven alle twijfel verheven zijn
-
gedierte
-
bestendig
-
keuvelen
-
zin om iets te eten
-
bespeelbaar
-
vaste kosten
-
themas
-
goed geluimd
-
voortentamen
-
kastenmaker
-
jaarboek
-
benedenarm
-
strik
-
discounter
-
radiostation
-
eindjes