Vertaling Wirtschaft van Duits naar Nederlands

Wat is Wirtschaft in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van Wirtschaft van DE naar NL.

Wirtschaft die ~ (Volkswirtschaft)
[zelfstandig naamwoord]

bedrijfsleven het ~

Wirtschaft die ~ (Handwerk)
[zelfstandig naamwoord]

métier

ambacht het ~

stiel de ~

vak het ~

Wirtschaft die ~ (Staatsökonomie)
[zelfstandig naamwoord]

staathuishoudkunde de ~

economie de ~

volkshuishouding de ~

Wirtschaft die ~ (Kneipe)
[zelfstandig naamwoord]

knijp de ~

Wirtschaft die ~ (Kneipe)
[zelfstandig naamwoord]

café het ~

bar de ~

kroeg de ~

lokaliteit de ~

tapperij de ~

taveerne de ~

Wirtschaft die ~ (Café)
[zelfstandig naamwoord]

café het ~

kroeg de ~

tapperij de ~

taveerne de ~

Wirtschaft die ~ (Studium der Ökonomie)
[zelfstandig naamwoord]

economiestudie de ~

economie de ~

scheibenförmig - nicht verdienstvoll - Plaudertasche - überrumpeln - Wein - Sittlichkeit - Eiferer - Vorderfenster - Rückschein - Zusammenlegung - Gehilfe - Lämmchen - angehend - Hilfgebäude - ungestraft - Faserplatte - Jod - abzählen - Fischerdorf - Brennhölzer - Kugelgelenk - Schnupftabak - Stadtmensch - abgehen - hinters Licht führen