1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. sauber

Vertaling sauber van Duits naar Nederlands

Wat is sauber in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van sauber van DE naar NL.

sauber (glockenrein)
[bijvoeglijk naamwoord]
zuivere
pure
sauber (aufgeräumt)
[bijvoeglijk naamwoord]
proper
schoon
zindelijk
sauber (aufgeräumt)
[bijvoeglijk naamwoord]
proper
schoon
zuiver
sauber (fleckenlos)
[bijvoeglijk naamwoord]
hygienisch
kuis de ~
rein
schoon
zuiver
sauber (aufgeräumt)
[bijvoeglijk naamwoord]
opgeruimd
netjes
ordelijk
schoon
sauber (bar)
[bijvoeglijk naamwoord]
klinkklaar
gewoonweg
rechttoe
sauber (rein)
[bijvoeglijk naamwoord]
zedig gemaakt
gekuist
sauber (blitzblank)
[bijvoeglijk naamwoord]
brandschoon
smetteloos
vlekkeloos
sauber (rein)
[bijvoeglijk naamwoord]
rein
onbevlekt
onschuldig
vlekkeloos
sauber (hygienisch)
[bijvoeglijk naamwoord]
hygiënisch
sauber (pur)
[bijvoeglijk naamwoord]
puur
onvermengd
zuiver
sauber (dezent)
[bijvoeglijk naamwoord]
decent
eerbaar
fatsoenlijk
manierlijk
netjes
welvoeglijk
sauber (rein)
[bijvoeglijk naamwoord]
gereinigd
gekuist
netjes
zuiver

Woorden die beginnen of eindigen met sauber

saubergemacht - unsauber - Sauber machen - saubermachen - saubere Windel - Saubermachen - sauberhalten - sauber und rein - sauberbürsten - Saubermachtag - sauber halten - Sauberkeit - sauber machen

Recente vertalingen van DE naar NL

Die nicht dazu gehört - tragbar - aussaugen - hautartig - hohlköpfig - Hostie - Binnenhafen - Sitzung halten - in Eigenarbeit hergestellt - rationalistisch - los werden - einschnupfen - Golfstrom - stukadoren - Fertigung - Hünengrab - wegschließen - Oberpostsekretär - brünstig - Fleischsuppe - grasähnlich - Giebel - Tapir - Biegezange - Welthafen
Reinier Korth - Freelance Web Developer