Vertaling bond van Nederlands naar Frans
Wat is bond in het Frans?
Hieronder vind je de vertaling van bond van NL naar FR.
bond de ~
(vereniging)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
association
la ~
amicale
la ~
cercle
le ~
club
le ~
société
la ~
union des artisans
la ~
bond de ~
(statenbond)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
confédération
la ~
fédération
la ~
ligue
la ~
syndicat
le ~
union
la ~
bond de ~
(pact)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
pacte
le ~
alliance
la ~
coalition
la ~
confédération
la ~
convention
la ~
corporation
la ~
fédération
la ~
liaison
la ~
ligue
la ~
rapport
le ~
relation
la ~
syndicat
le ~
traité
le ~
union
la ~
bond de ~
(genootschap)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
alliance
la ~
association
la ~
cercle
le ~
club
le ~
coalition
la ~
communauté
le ~
compagnie
la ~
confrérie
la ~
confédération
la ~
congrégation
la ~
corporation
la ~
fraternité
la ~
fédération
la ~
ligue
la ~
société
la ~
union
la ~
Woorden die beginnen of eindigen met bond
bondigheid
-
bondgenote
-
bondsrepubliek
-
Bondsregering
-
vrouwenbond
-
handwerkersverbond
-
bondgenootschap
-
voetbalbond
-
statenbond
-
studentenbond
-
Bondsrepubliek
-
fietsersbond
-
bonden
-
bondgenoot
-
bondig
-
verbond
-
vagebond
-
Bondsleger
-
werknemersbond
-
schippersbond
-
fietsenbond
-
bondsstraat
-
toeristenbond
-
volkerenbond
-
volksbond
Recente vertalingen van NL naar FR
timen
-
aanhangwagentjes
-
afzwakking
-
zegel
-
rijksbouwmeester
-
leergierigheid
-
veroorloofd
-
wagenwiel
-
aansluitend
-
stationshal
-
heelkracht
-
subjunctief
-
lichtgelovig
-
uit elkaar springen
-
zorgen voor iemand
-
verblindheid
-
schipperen
-
doorlezen
-
waagstuk
-
vaandeldrager
-
houthakker
-
identiek
-
canard
-
hangkasten
-
week maken