Vertaling relation van Frans naar Nederlands
Wat is relation in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van relation van FR naar NL.
relation la ~
(chaînon)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
connectie
de ~
link
de ~
relatie
de ~
samenhang
de ~
schakel
de ~
verband
het ~
relation la ~
(lien)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
verbinding
de ~
aansluiting
de ~
band
de ~
connectie
de ~
liaison
de ~
link
de ~
relatie
de ~
samenhang
de ~
verband
het ~
relation la ~
(corrélation)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
samenhang
de ~
band
de ~
correlatie
de ~
relatie
de ~
verband
het ~
verbinding
de ~
relation la ~
(pacte)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
pact
het ~
akkoord
het ~
band
de ~
binding
de ~
bond
de ~
bondgenootschap
het ~
federatie
de ~
liga
de ~
unie
de ~
verbond
het ~
verdrag
het ~
relation la ~
(relation amoureuse)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
liefdesrelatie
de ~
affaire
de ~
liaison
de ~
relatie
de ~
verhouding
de ~
relation la ~
(liaison)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
liefdesbetrekking
de ~
liaison
de ~
liefdesrelatie
de ~
relatie
de ~
verhouding
de ~
verkering
de ~
relation la ~
(liaison)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
liaison
de ~
affaire
de ~
avontuurtje
het ~
relatie
de ~
slippertje
het ~
verhouding
de ~
relation la ~
(contact)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
contact
het ~
aansluiting
de ~
connectie
de ~
verbinding
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met relation
relations commerciales
-
relation amoureuse
-
sans relation
-
relation de confiance
-
relation commerciale
-
relations entre lemployeur et les employés
-
relations textuelles
-
relation entre les propositions
-
relation bancaire
-
relations
-
relation amicale
-
relationnel
-
relations conjugales
-
relation daffaires
-
relation salariale
Recente vertalingen van FR naar NL
trousser
-
faire suer les gens
-
vrombir
-
en théorie
-
imprévisible
-
verser encore un peu
-
tinter
-
couvre-chaîne
-
conrtedire
-
mesure disciplinaire
-
public
-
ouvrant la marche
-
excursion à pied
-
en ce temps-là
-
tuer à coups de pied
-
voitures de service
-
transmissible
-
huiles lubrifiante
-
bouquet de fleurs
-
affranchir
-
morceau de gâteau
-
renoncement
-
flûtiste
-
grande-duchesse
-
essieu arrière