Nederlandse synoniemen voor af
Ander woord voor af?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als af in het Nederlands.
af (afgedaan)
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met af
afwas
-
afbreken
-
afbouwingen
-
afpakken
-
aftakkingsdoos
-
graaf
-
afbreuk doen aan
-
goudstaaf
-
afstompen
-
afraden
-
aflevering
-
afschrobben
-
afkoelingsperiode
-
afgekeken
-
afgekeurde
-
afspatten
-
afranseling
-
afleveren
-
afbetten
-
afgelopen
-
afdoen
-
hondsdraf
-
afmikken
-
afgezien
-
afzetlint
Recent opgevraagde synoniemen in NL
morgen
-
chemicus
-
ongelijkheid
-
vrijblijvend
-
sluis
-
strikken
-
drank van de Olympische goden
-
uitsplitsen
-
eten geven
-
uitgeven voor een maaltijd
-
bekommerd
-
op zichzelf staand
-
zich vermeerderen
-
verrichting
-
overdrijving
-
elkander
-
inregelen
-
heliograaf
-
meubelstuk
-
verbandtrommel
-
eureka
-
geslotenheid
-
wrikken
-
vaarten
-
cargo