Vertaling Zwittrichkeit van Duits naar Nederlands
Wat is Zwittrichkeit in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Zwittrichkeit van DE naar NL.
Zwittrichkeit die ~
(Doppelbödigkeit)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
tweeslachtigheid
de ~
dichotomie
de ~
dualisme
het ~
tweeheid
de ~
Recente vertalingen van DE naar NL
abnötigen
-
Treidelweg
-
Instinkt
-
anhängend
-
Ansteller
-
Erteilung
-
Anständigkeit
-
Unkenntnis
-
Gänschen
-
Eichung
-
endlos
-
Fernsehzeitung
-
Fernsehenzuschauer
-
Illustrierung
-
senil
-
Lausejunge
-
irrigieren
-
Bekanntmachung
-
Riedstengel
-
Nachsaison
-
gemacht
-
Feigherzigkeit
-
Schattieren
-
Sozialhilferegelung
-
Ruhe