1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. Zuständigkeit

Vertaling Zuständigkeit van Duits naar Nederlands

Wat is Zuständigkeit in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van Zuständigkeit van DE naar NL.

Zuständigkeit die ~ (Kompetenz)
[zelfstandig naamwoord]
capabelheid
competentie de ~
Zuständigkeit die ~ (Kompetenz)
[zelfstandig naamwoord]
competentie de ~
bevoegdheid de ~
Zuständigkeit die ~ (Befugt sein)
[zelfstandig naamwoord]
bevoegd zijn
bevoegdheid de ~

Woorden die beginnen of eindigen met Zuständigkeit

Unzuständigkeit

Recente vertalingen van DE naar NL

mit Ecken - behutsam - Musiknote - vorsetzen - halten - Ausrichtung - Abschlußprüfung - Handfertigkeit - Essensreste - freistellen - gesprochene Sprache - Handgepäck - Heidelbeere - Kontrast - fürchten - Stümperei - hinterhertragen - Chip - Kirsche - Frauenstation - prahlen - ausschalten - zusammengestellt - territorial - Schlußbemerkung
Reinier Korth - Freelance Web Developer