Vertaling Vertrauen van Duits naar Nederlands
Wat is Vertrauen in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Vertrauen van DE naar NL.
Vertrauen das ~
(Fiduz)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
fiducie
de ~
confidentie
de ~
geloof
het ~
vertrouwen
het ~
Woorden die beginnen of eindigen met Vertrauen
Vertrauensfrage
-
Vertrauensbeziehung
-
vertrauenerweckend
-
Vertrauen mißbrauchen
-
vertrauensvoll
-
Vertrauenssache
-
Vertrauensperson
-
Anvertrauen
-
Vertrauensmann
-
vertrauen
-
vertrauend
-
Selbstvertrauen
-
vertrauenswürdig
-
anvertrauen
Recente vertalingen van DE naar NL
Abführkanal
-
einer
-
überfluss von papieren
-
Haifischflosse
-
Klauenhammer
-
Orange
-
Handschlag
-
Heimatmuseum
-
beigeschlossen
-
Familienmitglieder
-
Mittagsruhe
-
Geldbewilligung
-
Unterhaltungsverband
-
Silber
-
Seehafen
-
ungezeugen
-
Xenophobie
-
Wegwerfgesellschaft
-
liebend gern
-
Toilettenartikel
-
Rand der Gesellschaft
-
Lokalsender
-
Konsumentenstreik
-
rotblütig
-
famos