Cookievoorkeuren

Deze website gebruikt alleen cookies voor het tonen van advertenties en het bijhouden van bezoekersaantallen. Er worden geen persoonlijke gegevens opgeslagen.

Afwijzen Accepteren

Dictionary.nl

Vertalen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Synoniemen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Rijmen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Vertalen
Synoniemen
Rijmen
Links

Home
Vertalen
DuitsDE
NederlandsNL
Selbstvertrauen

Vertaling Selbstvertrauen van Duits naar Nederlands

Wat is Selbstvertrauen in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van Selbstvertrauen van DE naar NL.

Selbstvertrauen das ~ (Selbstsicherheit)
[zelfstandig naamwoord]

zelfvertrouwen het ~

stelligheid de ~

vastberadenheid de ~

zekerheid de ~

zelfverzekerdheid de ~

Te vertalen

Van

NLNederlands ENEngels DEDuits ESSpaans FRFrans SEZweeds

Naar

NLNederlands ENEngels DEDuits ESSpaans FRFrans SEZweeds

Recente vertalingen van DE naar NL

Aufstapeln - lächerlich - Geburtsdatum - Grubengerbung - gesetzgebend - Pflegekosten - Funktionieren - Schreibtinte - mitschicken - Firmament - Flüchtlinge - Schulbank - abbezahlt - weggleiten - stockig - Wohlbefinden - enthalten - Rochett - absolut - Henkersmahlzeit - unwiderlegbar - eindringlich - Jurisdiktion - Wartegeld - Arglistigkeit

Reinier Korth - Freelance Web Developer