Vertaling vencer van Spaans naar Duits

vencer el ~ (ganar)
[werkwoord]

den Sieg erringen

gewinnen

siegen

triumphieren

vencer el ~ (caducar)
[zelfstandig naamwoord]

Verstreichen das ~

Verfallen das ~

vencer el ~ (triunfar)
[werkwoord]

besiegen

siegen über

vencer el ~ (supeditar)
[werkwoord]

unter die Gewalt bringen

bändigen

demütigen

unterwerfen

zähmen

vencer el ~ (fliparse)
[werkwoord]

kaputtgehen

vencer el ~ (salir fallido)
[werkwoord]

abknacken

abbrechen

brechen

knacken

knicken

zerbrechen

vencer el ~ (efectuar)
[werkwoord]

beenden

abbrechen

aufhören

beschließen

enden

fertigbringen

fertigkriegen

fertigmachen

fertigstellen

halten

schließen

vollenden

vencer el ~ (concluir)
[werkwoord]

beschließen

abmachen

anhalten

aufhören

beenden

bestimmen

enden

entscheiden

festlegen

festsetzen

halten

schließen

vereinbaren

vencer el ~ (abreviar)
[werkwoord]

abbauen

abschwächen

fallen

fortnehmen

herabmindern

herabsetzen

kürzen

mindern

nachlassen

reduzieren

schmälern

schrumpfen

schwinden

schwächen

setzen

sinken

sparen

verknappen

vermindern

verringern

versiegen

wegnehmen

zurückgehen

zusammengehen

Vertaling vencer van Spaans naar Duits

Wat is vencer in het Duits?

Woorden die beginnen of eindigen met vencer

Recente vertalingen van ES naar DE

Cookievoorkeuren

Vertaling vencer van Spaans naar Duits

Wat is vencer in het Duits?

Woorden die beginnen of eindigen met vencer

Recente vertalingen van ES naar DE