Vertaling uitspreken van Nederlands naar Duits
Wat is uitspreken in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van uitspreken van NL naar DE.
uitspreken
(uitpraten tot het eind)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Aussprechen zum Ende
das ~
Ausreden
das ~
Aussprechen
das ~
Woorden die beginnen of eindigen met uitspreken
Recente vertalingen van NL naar DE
schep
-
tapbout
-
hertog
-
loensend
-
op muziek zetten
-
weledele
-
houweel
-
kinderjuffrouw
-
ondiepe
-
naamgenoot
-
in bewaring stellen
-
opgehitst
-
lol
-
sterfgevallen
-
maffen
-
schotten
-
onbesmet
-
spreekoefening
-
politicologie
-
wegvluchten
-
zielenleven
-
gietstaal
-
nuk
-
toelichten
-
sleepcontact