Vertaling aussprechen van Duits naar Nederlands
Wat is aussprechen in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van aussprechen van DE naar NL.
aussprechen
Woorden die beginnen of eindigen met aussprechen
Recente vertalingen van DE naar NL
Einschickung
-
aufsehen
-
Champignon
-
Wechselwirkung
-
Irrsinn
-
disharmonisch
-
in Stücken
-
bakfertig
-
koordinieren
-
spaßig
-
aus Wolle bestehndes Gewebe
-
Lebenswerk
-
warzig
-
Lenkungsprogramm
-
Geburtstagskalender
-
an welchen
-
Feldmaus
-
Löwentatze
-
Busenfreund
-
unausgeglichen
-
Schäfte
-
Spürsinn
-
Gartengemüse
-
Kupferhütte
-
Veränderung der Gedanken