Vertaling trouw van Nederlands naar Engels
Wat is trouw in het Engels?
Hieronder vind je de vertaling van trouw van NL naar EN.
trouw de ~
(toewijding)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
devotion
the ~
ambition
the ~
assiduousness
the ~
dedication
the ~
diligence
the ~
passion
the ~
trouw de ~
(loyaliteit)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
loyalty
the ~
faithfulness
the ~
fealty
the ~
fidelity
the ~
Woorden die beginnen of eindigen met trouw
trouwgewaad
-
trouwhartigheid
-
traditiegetrouw
-
waarheidsgetrouw
-
natuurgetrouw
-
trouwjurk
-
vertrouw
-
trouwbreuk
-
ondertrouw
-
trouw zijn aan
-
trouwdag
-
trouwgast
-
trouwbeloftebreuk
-
trouwhartig
-
trouw aan de wet
-
trouwboek
-
trouwplechtigheid
-
trouwbelofte
-
trouwzaal
-
trouwlustig
-
trouwjapon
-
ontrouw
-
trouwpak
-
trouwe
-
huwelijkstrouw
Recente vertalingen van NL naar EN
overgangen
-
bewenen
-
chagrijn
-
haarfijn
-
doctoraal
-
bezitster
-
voortstuwen
-
dosering
-
weerbarstigheid
-
vijfenzestigplusser
-
sluitboom
-
sprookje
-
strijdbaarheid
-
verfstof
-
vruchtengelei
-
opbouwwerk
-
bouwplaats
-
leisteen
-
naald
-
totalisator
-
pokkenweer
-
manlijkheid
-
vlossig
-
tegenstemmer
-
snelheidsvermindering