Vertaling treden van Nederlands naar Duits

vasttreden - binnentreden - militair optreden - intreden - voorwaarts treden - onomstreden - optreden - vertreden - in het huwelijk treden - bestreden - niet bestreden - in werking treden - aantreden - zich vertreden - terugtreden - eerste optreden - platgetreden - betreden - uittreden - uitgetreden - toetreden - op de achtergrond treden - overtreden - tactisch optreden - omstreden

varkenspoot - pleiter - spin geleedpotig dier - warmen - heuglijk - tzt - rugzwemmer - jockeycap - maagperforatie - air - heerszuchtig - kiesgerechtigde - groep jongeren - mondigheidsverklaring - weggehaald - doorrit - batig saldo - marcheren - warm zijn - bovenlichaam - heimwee - bijna - haperend - zure bom - Holland