Vertaling Termin van Duits naar Nederlands
Wat is Termin in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Termin van DE naar NL.
Termin der ~
(Periode)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
periode
de ~
termijn
de ~
tijdsbestek
het ~
tijdsduur
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Termin
Fälligkeitstermin
-
Terminmärkte
-
Termingeschäft
-
Termingeschäfte
-
Terminmarkt
-
Liefertermin
-
Terminkalender
-
Terminologie
-
Terminkurs
-
Sitzungstermin
-
terminal
Recente vertalingen van DE naar NL
Egoist
-
Diebin
-
besprochen
-
Ruderhäuser
-
pulverisieren
-
Zahlwort
-
Wirbelwind
-
Öffnungszeiten
-
beruhen auf
-
Schmiede
-
Schimmer
-
Schallboden
-
gleich Null
-
Kajüte
-
Heringssalat
-
supplieren
-
Lehrbuch für die Sprache
-
an dieser Seite
-
Schützenvereine
-
Knäuel
-
wegwerfen
-
Bildungsreform
-
Hexenjagd
-
Stoppel
-
Vorzugsbehandlung