1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. stürzen

Vertaling stürzen van Duits naar Nederlands

Wat is stürzen in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van stürzen van DE naar NL.

stürzen (deponieren)
[werkwoord]
storten de ~
deponeren
stürzen (eintauchen)
[werkwoord]
ineenduiken
stürzen (eilen)
[werkwoord]
tempo maken
stürzen (stark im Wert fallen)
[werkwoord]
sterk in waarde dalen
kelderen
stürzen (ausrutschen)
[werkwoord]
op zijn bek gaan
onderuitgaan
ten val komen
vallen de ~
stürzen (blitzen)
[werkwoord]
onweren de ~
donderen
stürzen (hinunterwerfen)
[werkwoord]
naar beneden werpen
neerwerpen
omlaag werpen
stürzen (herabdonnern)
[werkwoord]
naar beneden donderen
stürzen (schnelllaufen)
[werkwoord]
hardlopen
rennen de ~
stürzen (ausschütten)
[werkwoord]
gieten
schenken de ~
uitstorten
stürzen (taumeln)
[werkwoord]
buitelen
duikelen
stürzen
steil afhellen
stürzen
steil vallen

Woorden die beginnen of eindigen met stürzen

zusammenstürzen - bestürzen - hinunterstürzen - herabstürzen - Einstürzen - einstürzen - hinein stürzen - abstürzen - herunterstürzen - Abstürzen - Stürzen - in Strömen nierderstürzen - hinabstürzen - zu Tode stürzen - niederstürzen - umstürzen

Recente vertalingen van DE naar NL

Rohling - aufpoliert - Blutarmut - Poet - Pfleger - Redner - Polen - Kapok - Festsetzen - Halswirbel - durcheinander liegen - Postsack - emporsteigend - Arkade - Äquator - bequemlichkeitshalber - Austernfischer - Mitläufer - Einfahrt - Staatsinteresse - Verwundete - Landbesitz - Klassenlehrer - Schlafrock - sarkastisch
Reinier Korth - Freelance Web Developer