Vertaling Arbeitskraft van Duits naar Nederlands

Arbeitskraft die ~ (Angestellten)
[zelfstandig naamwoord]

mankracht de ~

Arbeitskraft die ~ (Leistungsfähigkeit)
[zelfstandig naamwoord]

arbeidsvermogen het ~

arbeidskracht de ~

werkkracht de ~

werkvermogen

werkzaamheid de ~

Arbeitskraft die ~ (Triebkraft)
[zelfstandig naamwoord]

daadkracht de ~

aandrift de ~

energie de ~

esprit de ~

fut de ~

kracht de ~

momentum

puf de ~

werklust de ~

Arbeitskraft die ~ (Arbeitnehmer)
[zelfstandig naamwoord]

werknemer de ~

arbeidskracht de ~

werkkracht de ~

Arbeitskraft die ~ (Arbeiter)
[zelfstandig naamwoord]

werkman de ~

arbeider de ~

werker de ~

werkkracht de ~

Arbeitskraft die ~ (Personal)
[zelfstandig naamwoord]

personeel het ~

staf de ~

Arbeitskraft die ~ (Kraft)
[zelfstandig naamwoord]

kracht de ~

macht de ~

vermogen het ~

Wat is Arbeitskraft in het Nederlands?