1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. stapeln

Vertaling stapeln van Duits naar Nederlands

Wat is stapeln in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van stapeln van DE naar NL.

stapeln (sich erhöhen)
[werkwoord]
zich ophopen
accumuleren
zich opstapelen
stapeln (aufhäufen)
[werkwoord]
op elkaar stapelen
op elkaar zetten
opeenhopen
opstapelen
stapelen
stapeln (anhäufen)
[werkwoord]
opeenhopen
accumuleren
hopen de ~

Woorden die beginnen of eindigen met stapeln

Aufstapeln - Stapeln - aufstapeln

Recente vertalingen van DE naar NL

Treibachse - sich verbreiten - erzählen - Festheftung - Verliebtheit - gelangen - verabschieden - Mißwirtschaft - antreten - Huldigung - Warenbestand - Feuer machen - Murmeln - Sterbefälle - Flußarm - Linderung - einzig in seiner Art - Toxin - Fahrpreisanzeiger - Bereitwilligkeit - Gefangenenaufseherin - Arbeitskosten - hamstern - juckend - Erwerb
Reinier Korth - Freelance Web Developer