Vertaling Schachtel van Duits naar Nederlands

Schachtel die ~ (Aufbewahungskarton)
[zelfstandig naamwoord]

opbergdoos

doos de ~

Schachtel die ~ (Döschen)
[zelfstandig naamwoord]

kleine opbergdoos

doosje

Schachtel die ~ (Verschlag)
[zelfstandig naamwoord]

opbergruimte de ~

box de ~

Schachtel die ~ (Hülse)
[zelfstandig naamwoord]

omhulsel het ~

huls de ~

omkleedsel het ~

omwindsel het ~

verpakking de ~

Schachtel die ~ (UmhÜllung)
[zelfstandig naamwoord]

omhulsel het ~

buitenkant de ~

huls de ~

omkleedsel het ~

omwindsel het ~

Wat is Schachtel in het Nederlands?