1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. schäbig

Vertaling schäbig van Duits naar Nederlands

Wat is schäbig in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van schäbig van DE naar NL.

schäbig (obszön)
[bijvoeglijk naamwoord]
schunnig
banaal
grof
laag-bij-de-grond
lomp
plat
platvloers
triviaal
vunzig
schäbig (zerlumpt)
[bijvoeglijk naamwoord]
haveloos
armoedig
flodderig
pover
schamel
sjofel
sjofeltjes
verlopen
schäbig (dürr)
[bijvoeglijk naamwoord]
dor
schraal
schäbig (falsch)
[bijvoeglijk naamwoord]
onecht
bedriegelijk
gefingeerd
nagemaakt
onwaar
vals
schäbig (falsch)
[bijvoeglijk naamwoord]
niet hoog
laag de ~
schäbig (verlottert)
[bijvoeglijk naamwoord]
aan lager wal
verlopen
schäbig (schuftig)
[bijvoeglijk naamwoord]
ploertig
schäbig (armselig)
[bijvoeglijk naamwoord]
pover
berooid
karig
mager
schraal
schäbig (untergeordnet)
[bijvoeglijk naamwoord]
inferieur
arm de ~
minderwaardig
ondermaats
ondeugdelijk
slecht
tweederangs
zwak
schäbig (verächtlich)
[bijvoeglijk naamwoord]
verachtelijk
laag de ~
schäbig (dürftig)
[bijvoeglijk naamwoord]
pover
armzalig
karig
mager
schamel
schraal
schäbig (erbärmlich)
[bijvoeglijk naamwoord]
hokkerig
schäbig (vulgär)
[bijvoeglijk naamwoord]
vulgair
grof
ordinair
plat
platvloers
schäbig (unreif)
[bijvoeglijk naamwoord]
onvolgroeid
ondermaats

Woorden die beginnen of eindigen met schäbig

Schäbigkeit

Recente vertalingen van DE naar NL

in bar - die Buchführung machen - Großverbraucher - Origano - Thronentsagung - herzlich gern - aufgraben - aufsetzen - Auftrag erteilen - Rasierspiegel - ausmalen - beliebt - kassieren - ferngehalten - Wegtreiben - Probefahrt - zahnen - Fackelschein - versauen - Zeder - Leser - sicher vor Hausbesetzern - Hundenase - Herrenartikel - betroffen
Reinier Korth - Freelance Web Developer