Vertaling rouw van Nederlands naar Engels

vrouw - hofrouw - rouw dragen - mevrouw - juffrouw - rouwgewaad - rouwklederen - zakenvrouw - landsvrouw - visvrouw - kraamvrouw - kassajuffrouw - klaagvrouw - vuilnisvrouw - rouwkaart - rouwpapier - rouwstoeten - rouwdouw - rouwgoed - zaaljuffrouw - sportvrouw - rouwband - jonkvrouw - rouwkapel - rouwvlag

douane - koudmakend - grifweg - uitvoerend - Indiaans - uit naam van - geleidebrief - humeurigheid - toneelwezen - kromhout - daas - artistiek - lichtheid - kloostercel - troonzalen - inzegenen - regulateur - grasboter - slinkvrij - tuimeling - bestaande - studieprogramma - terechtstellen - abrupt halthouden - landmeting