Vertaling pas van Nederlands naar Duits
Wat is pas in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van pas van NL naar DE.
pas de ~
(paspoort)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Reisepaß
der ~
Ausweis
der ~
Ausweiskarte
die ~
Paß
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met pas
klantenpas
-
pasje
-
pastorale
-
paskamer
-
pastei
-
passend zijn
-
pasta
-
verlofpas
-
van pas
-
pasvorm
-
gyrokompas
-
trippelpas
-
passagier
-
looppas
-
pasteltint
-
pastoorsambt
-
stadspas
-
passepartout
-
pas gekocht
-
passend bij
-
pastoraat
-
oppas
-
radiokompas
-
bankpas
-
kinderoppas
Recente vertalingen van NL naar DE
naturaliseren
-
ongeschoolde arbeider
-
op de achtergrond treden
-
tot ijs worden
-
ontkoppelen
-
valide
-
draslanden
-
vel
-
spoorwegobligatie
-
aflossen
-
opsmuk
-
dateren
-
hoerenkast
-
steppemeer
-
vergaderlokaal
-
babbelaarsters
-
steekwapen
-
eenkleurig
-
rondtollen
-
afgevaardigde
-
theepartijtje
-
stuurhut
-
besmettingshaard
-
neerglijden
-
herkiesbaar