Vertaling objeto van Spaans naar Nederlands

objeto el ~ (artículo)
[zelfstandig naamwoord]

voorwerp het ~

artikel het ~

ding het ~

goed de ~

item het ~

object het ~

zaak de ~

objeto el ~ (blanco)
[zelfstandig naamwoord]

doelschijf

objeto el ~ (plan)
[zelfstandig naamwoord]

planning de ~

opzet de ~

plan de ~

objeto el ~ (intención)
[zelfstandig naamwoord]

oogmerk het ~

objeto el ~ (blanco)
[zelfstandig naamwoord]

mikpunt het ~

doel het ~

doelwit het ~

objeto el ~ (intencion)
[zelfstandig naamwoord]

intentie de ~

moedwil de ~

voornemen het ~

Wat is objeto in het Nederlands?