Vertaling malo van Spaans naar Nederlands

malo el ~ (mala persona)
[zelfstandig naamwoord]

malo el ~ (desaseado)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (atravesado)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (socarrón)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (blando)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (enfermo)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (falso)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (grosero)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (malicioso)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (usual)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (corrompido)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (demoniaco)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (airado)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (satánico)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (grave)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (sinvergüenza)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (desagradable)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (desatento)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (andrajoso)
[bijvoeglijk naamwoord]

malo el ~ (astuto)
[bijvoeglijk naamwoord]