Vertaling lid van Nederlands naar Spaans

Wat is lid in het Spaans?

Hieronder vind je de vertaling van lid van NL naar ES.

lid het ~ (penis)
[zelfstandig naamwoord]

pene el ~

afiliado el ~

articulación la ~

biela la ~

elemento el ~

falange la ~

gilipollas el ~

gilipuertas la ~

miembro el ~

nudillo el ~

picadura la ~

picha la ~

polla la ~

párrafo el ~

socio el ~

término el ~

tío el ~

varilla la ~

vástago el ~

lid het ~ (lidmaat)
[zelfstandig naamwoord]

afiliado el ~

articulación la ~

elemento el ~

falange la ~

miembro el ~

miembro de una iglesia protestante el ~

nudillo el ~

párrafo el ~

socio el ~

término el ~

lid het ~ (deksel)
[zelfstandig naamwoord]

tapa la ~

lid het ~ (alinea)
[zelfstandig naamwoord]

párrafo el ~

gepaard - welvaartsstaat - grondsop - stilleven - grote inkoop - honger hebben - heilen - verankeren - weerstreven - naaigerei - vierling - sjalotje - vroegst - bergschoen - pincet - getouw - bijbehorend - ongedeerd - wenselijk - opgesprongen - verantwoording - azen - fixeer - snuifje - bedoezelen