Vertaling kopen van Nederlands naar Duits

inkopen - oude rommel verkopen - Kopenhagen - duur bekopen - bij opbod verkopen - huis-aan-huis verkopen - een opdonder verkopen - verkopen - op krediet kopen - wijnkopen - op afbetaling kopen - onzin verkopen - iets verkopen - opkopen - kletspraat verkopen - loskopen - opruimingsuitverkopen - afkopen - op een veiling kopen - gestolen goed verkopen - in-en-verkopen - een klap in het gezicht verkopen - huizenverkopen - voorverkopen - omkopen

tussenkomen - radiobaken - loopvogel - beroepsorganisatie - vreetfestijn - bijsmaakje - zwijnachtig - kantoorbenodigdheden - zitstok om te wandelen - speljury - staatsbestel - aanstelling - weifelachtig - tuchtcollege - welbehagen - bezweren - doormeppen - schrikken - wasem - zuilengangen - administreren - drielingen - viskom - leenwoord - die oplossing vereist