Vertaling kleinigheid van Nederlands naar Spaans

kleinigheid de ~ (bagatel)
[zelfstandig naamwoord]

nadería la ~

bagatela la ~

cosita la ~

friolera la ~

fruslería la ~

futulidad la ~

insignificancia la ~

nimiedad la ~

tontería la ~

kleinigheid de ~ (akkefietje)
[zelfstandig naamwoord]

friolera la ~

naderia la ~

kleinigheid de ~ (beetje)
[zelfstandig naamwoord]

nadería la ~

bagatela la ~

friolera la ~

insignificancia la ~

nimiedad la ~

kleinigheid de ~ (bagatel)
[zelfstandig naamwoord]

futilidad la ~

bagatela la ~

tontería la ~

vaina la ~

kleinigheid de ~ (snuisterij)
[zelfstandig naamwoord]

chuchería la ~

baratija la ~

bujería la ~

kleinigheid de ~ (klein cadeautje)
[zelfstandig naamwoord]

pequeño regalo el ~

friolera la ~

Wat is kleinigheid in het Spaans?