Cookievoorkeuren

Deze website gebruikt alleen cookies voor het tonen van advertenties en het bijhouden van bezoekersaantallen. Er worden geen persoonlijke gegevens opgeslagen.

Afwijzen Accepteren

Dictionary.nl

Vertalen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Synoniemen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Rijmen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Vertalen
Synoniemen
Rijmen
Links

Home
Vertalen
DuitsDE
NederlandsNL
Karren

Vertaling Karren van Duits naar Nederlands

Wat is Karren in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van Karren van DE naar NL.

Karren der ~

vrachtkar

Karren der ~ (Zugmaschine)
[zelfstandig naamwoord]

vehikel het ~

kar de ~

rijtuig de ~

voertuig het ~

wagen de ~

Karren der ~ (Wägelchen)
[zelfstandig naamwoord]

karretje het ~

wagentje het ~

Karren der ~ (Handwagen)
[zelfstandig naamwoord]

handkar de ~

kar de ~

Te vertalen

Van

NLNederlands ENEngels DEDuits ESSpaans FRFrans SEZweeds

Naar

NLNederlands ENEngels DEDuits ESSpaans FRFrans SEZweeds

Woorden die beginnen of eindigen met Karren

Karrenpferd - Gepäckkarren - Karrengäule - karren - Schubkarren - Karrenspur - Karrengaul - Hundekarren

Recente vertalingen van DE naar NL

Benzinuhr - Pumpe - Schreibeifer - Frühlingsschauer - feuern - Lauten - Schalterdienst - Falltür - Urlaubskamp - zerstreuen - Unterwäsche - Dösigkeit - Landmänner - Blöße - Zifferblatt - Debüt - Kreise bilden - Viehhalter - grapschen - fortfliegen - Artgenosse - aufdringlich - Reitpferd - Käsegeruch - Autofahrer

Reinier Korth - Freelance Web Developer