Vertaling kaartje van Nederlands naar Duits

visitekaartje - adreskaartje - prijskaartje - tienerkaartje - tramkaartje - kaartjeskniptang - spoorkaartje - kaartjes - schouwburgkaartje - naamkaartje - uitnodigingskaartje

eremetaal - geprint - akkerbouwgrond - zuinig - cactus - knalkwik - vlugschrift - incrimineren - zitten proppen - platvloersheid - zangkunst - leiding - handelsschip - domicilie - tochtje - knieval - uitgebroken - beschikbaar - tuig - aan hysterie lijdend - stereoscopisch - aan een ander overlaten - autocratisch - borstels van varkenshaar - aanslingeren