Vertaling gezin van Nederlands naar Duits
Wat is gezin in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van gezin van NL naar DE.
gezin het ~
(huisgezin)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Familie
die ~
Dynastie
die ~
Sippe
die ~
Sippschaft
die ~
Verwandtschaft
die ~
Woorden die beginnen of eindigen met gezin
gezinsbeperking
-
gezinsverzorger
-
gezinshoofd
-
gezinshulp
-
gezinsuitbreiding
-
gezinsvoogd
-
gezinsplanning
-
gezinsleden
-
gezinsbijstand
-
gezindheid
-
gezind
-
gezinsverzorgster
-
gezinsverzorging
-
gezinsleven
-
gezindte
-
gezinsverband
-
pleeggezin
-
gezinszorg
-
gezinslid
-
huisgezin
-
arbeidersgezin
-
gezinsverpleging
Recente vertalingen van NL naar DE
wooneenheid
-
zwanger raken
-
kleurecht
-
werkelijk menend
-
glaskolf
-
haciƫnda
-
aansporend
-
ophelderen
-
haastigheid
-
exposeren
-
memorabel
-
sterfelijk
-
realiseren
-
henna
-
tekortsaldo
-
onderaannemers
-
nuance
-
verleners
-
achterna
-
eetlust
-
kaartverkoop
-
tegengaan
-
bezoekdag
-
ongeregeld
-
scheepsmakelaren