Vertaling gast van Nederlands naar Spaans
Wat is gast in het Spaans?
Hieronder vind je de vertaling van gast van NL naar ES.
gast de ~
(logé)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
durmiente
el ~
convidado
el ~
huésped
el ~
invitado
el ~
invitado a dormir
el ~
visita
la ~
visitante
el ~
gast de ~
(stamgast)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
frecuentador
el ~
cliente asiduo
el ~
parroquiano habitual
el ~
Woorden die beginnen of eindigen met gast
gastland
-
gastro-enteritis
-
gastritis
-
vakantiegast
-
slaapgast
-
gasten aan tafel
-
gastvoorstelling
-
gastoestel
-
gastenbed
-
gasthuis
-
gastdirigent
-
gastvrouw
-
stamgast
-
gast aan tafel
-
tafelgast
-
gastronomisch
-
gastronomie
-
trouwgast
-
gastvrijheid
-
gastoevoer
-
gastleraar
-
gastdocent
-
gastschrijver
-
gastenkamer
-
gastheer
Recente vertalingen van NL naar ES
relikwiehouder
-
vervoegbaar
-
paljassen
-
bol
-
vakbondsbeweging
-
heiligenschijn
-
afwezig zijn
-
gebak
-
lieveling
-
aangevoegd
-
koperplaat
-
haardos
-
gevoelsmens
-
schoolboek
-
in tweeën houwen
-
spijskaart
-
tankbemanning
-
specialiste
-
iets melden
-
handelsmethoden
-
stier
-
kostenramingen
-
smeltovens
-
staatsambtenaar
-
zitvlak