Vertaling Flegel van Duits naar Nederlands
Wat is Flegel in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Flegel van DE naar NL.
Flegel der ~
Flegel der ~
Flegel der ~
(Bauer)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
lomperd
de ~
hork
de ~
kinkel
de ~
proleet
de ~
vlegel
de ~
Flegel der ~
Woorden die beginnen of eindigen met Flegel
Recente vertalingen van DE naar NL
Abschmeicheln
-
Promotor
-
Aerodynamik
-
verfünffachen
-
vergammelnd
-
Hengst
-
Skat
-
Steuerprüfer
-
Goldbergwerk
-
hunderttausend
-
vorbeifahren
-
in die Augen schauen
-
Sparkasse
-
entladen
-
Sitzbadewanne
-
zuletzt
-
Erziehungsanstalt
-
überspannt
-
scharen
-
Strafbestimmung
-
Verteidigungswaffe
-
offen
-
wetterwendisch
-
verlottern lassen
-
vierspurige Straße