1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. faul

Vertaling faul van Duits naar Nederlands

Wat is faul in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van faul van DE naar NL.

faul (obszön)
[bijvoeglijk naamwoord]
schunnig
banaal
grof
laag-bij-de-grond
lomp
plat
platvloers
triviaal
vunzig
faul (schmuddelig)
[bijvoeglijk naamwoord]
morsig
ranzig
slonzig
slordig
smerig
vies
viezig
voddig
vuil het ~
vunzig
faul (müde)
[bijvoeglijk naamwoord]
loom
lijzig
log
faul (nichts tund)
[bijvoeglijk naamwoord]
niets doend
lui de ~
faul (undeutlich)
[bijvoeglijk naamwoord]
onduidelijk
wollig
faul (widerlich)
[bijvoeglijk naamwoord]
goor
onverkwikkelijk
ranzig
smerig
stuitend
vies
walgelijk
weerzinwekkend
faul (morsch)
[bijvoeglijk naamwoord]
voos
faul (verrotet)
[bijvoeglijk naamwoord]
verrot
bedorven
rot
rottig
slecht
vergaan
faul (träge)
[bijvoeglijk naamwoord]
vadsig

Woorden die beginnen of eindigen met faul

Faulenzerei - faulen - faulenzen - faulend - erzfaul - Faulheit - Faultier - Faulenzertum - denkfaul - Faulenzer - Faulpelz

Recente vertalingen van DE naar NL

Doppelte - passiert - Lebenszweck - Hörbild - licht - Animosität - anal - Warteverbot - Klimatologie - schulmeisterhaft - Rechenunterricht - verplaudern - prahlen - Spielleidenschaft - Vorhangleiste - Dämmerlichter - Bälle - Suppengrün - Handauflegung - Exporthandel - Schlaufe - Einsätze - figurativ - zweiseitig - zweiastig
Reinier Korth - Freelance Web Developer