Vertaling drager van Nederlands naar Duits

beelddrager - uitdrager - sleepdrager - voordrager - bagagedrager - toortsdrager - fakkeldrager - kaasdrager - vaandeldrager - rouwdrager - speerdrager - gezagsdrager - lijkdrager - sleuteldrager - lastdrager - titeldrager - hoorndrager - kolendrager - voorbagagedrager - kruisdrager

effectiviteit - koppeling - blinken - mime - jubelkreet - schrikbewinden - inlichtingenloket - verdoezeld - straalbundel - suffen - wraakzuchtig - waterhoentjes - opporren - naar boven voeren - beraden - verstillen - splijtbaar - snol - reproductie - vingerservetje - geklok - narthex - kaasstremsel - eindstreep - overheidswege