Vertaling den van Nederlands naar Duits
Wat is den in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van den van NL naar DE.
den de ~
(dennenboom)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Weihnachtsbaum
der ~
Christbaum
der ~
Kiefer
die ~
Tanne
die ~
Tannenbaum
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met den
einden
-
halthouden
-
ontladen
-
gezaghebbenden
-
vrijhouden
-
werktijden
-
bebroeden
-
mijden
-
programma uitzenden
-
overbieden
-
boorden
-
geladen
-
huiden
-
dienstboden
-
het zenden
-
tot vilt worden
-
panden
-
mank worden
-
glijden
-
kasgelden
-
gelden
-
in het oog houden
-
onberaden
-
voorhanden
-
uitgescheiden
Recente vertalingen van NL naar DE
onnaspeurbaar
-
geëndosseerde
-
schrobbering
-
ketelwanden
-
daartegenover
-
koersdalingen
-
pittigheid
-
geprononceerd
-
onverzwakt
-
dweperij
-
ibid.
-
ontwerper van reclame
-
eggen
-
steenbreek
-
feit
-
aantreden
-
snijbrander
-
inwijdingsfeest
-
samenvatten
-
schriel
-
scenario
-
festival
-
doorkiezen
-
opengaan
-
klos