Vertaling feit van Nederlands naar Duits
Wat is feit in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van feit van NL naar DE.
feit het ~
Tatsache
die ~
feit het ~
(gebeurtenis)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Ereignis
die ~
Begebenheit
die ~
Eintreten
das ~
Geschehen
das ~
Vorfall
der ~
Vorgang
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met feit
Recente vertalingen van NL naar DE
rouwrandnagels
-
kogelring
-
eetcafé
-
fabuleus
-
tot
-
Germaan
-
claim
-
bouquet
-
kerncentrale
-
pruttig
-
financiële last
-
idem dito
-
uitzichtsloos
-
troonpretendent
-
principe
-
salpeterig
-
magnetiseren
-
tipsy
-
zonder resultaat
-
koppelbazen
-
eenzijdigheid
-
spon
-
afstemknop
-
ontkerkelijking
-
hengelgerei