Vertaling feit van Nederlands naar Duits
Wat is feit in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van feit van NL naar DE.
feit het ~
Tatsache
die ~
feit het ~
(gebeurtenis)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Ereignis
die ~
Begebenheit
die ~
Eintreten
das ~
Geschehen
das ~
Vorfall
der ~
Vorgang
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met feit
Recente vertalingen van NL naar DE
vuurlinie
-
kantoorwerkzaamheden
-
aanbrenger
-
bagagekluis
-
koeren
-
radio
-
voorzichtig
-
triomf
-
levensverzekeringspolis
-
voetlicht
-
moederschip
-
reserveband
-
met de hand vervaardigen
-
vrijwilligerskorps
-
nek
-
opstopper
-
gemakkelijkheid
-
uit elkaar vallen
-
grootpapa
-
camee
-
hondeketting
-
opgeladen
-
zeildoek
-
drieloopsgeweer
-
gewetensbezwaar