Vertaling compañera van Spaans naar Nederlands

compañera la ~ (compañero)
[zelfstandig naamwoord]

makker de ~

gabber de ~

kameraad de ~

kameraadje

kompaan de ~

maat de ~

maatje het ~

pal de ~

vriend de ~

vriendje

compañera la ~ (compañero)
[zelfstandig naamwoord]

levensgezel de ~

levenspartner de ~

partner de ~

compañera la ~ (alumna de la misma promocion)
[zelfstandig naamwoord]

jaargenote de ~

compañera la ~ (amante)
[zelfstandig naamwoord]

gezellin de ~

partner de ~

compañera la ~ (camarada)
[zelfstandig naamwoord]

genoot de ~

compañera la ~ (consorte)
[zelfstandig naamwoord]

gemalin de ~

compañera la ~ (conviviente)
[zelfstandig naamwoord]

gade de ~

vrouw de ~

compañera la ~ (esposa)
[zelfstandig naamwoord]

echtgenote de ~

Wat is compañera in het Nederlands?