Vertaling bond van Nederlands naar Spaans
Wat is bond in het Spaans?
Hieronder vind je de vertaling van bond van NL naar ES.
bond de ~
(vereniging)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
asociación
la ~
agrupación
la ~
club
el ~
compañía
la ~
círculo
el ~
grupo
el ~
sociedad
la ~
unión
la ~
bond de ~
(ambachtsgilde)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
agrupación
la ~
asociación
la ~
club
el ~
cofradía
la ~
compañía
la ~
grupo
el ~
unión
la ~
bond de ~
(pact)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
pacto
el ~
acuerdo
el ~
alianza
la ~
confederación
la ~
cooperación
la ~
enlace
el ~
federación
la ~
interdepencia
la ~
interrelación
la ~
liga
la ~
negociación
la ~
relación
la ~
tratado
el ~
unión
la ~
bond de ~
(genootschap)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
asociación
la ~
agrupación
la ~
alianza
la ~
coalición
la ~
cofradía
la ~
compañía
la ~
confederación
la ~
congregación
la ~
cooperación
la ~
cooperativa
la ~
enlace
el ~
ensamblaje
el ~
fraternidad
la ~
gremio
el ~
hermandad
la ~
juntura
la ~
liga
la ~
reunión
la ~
sociedad
la ~
unión
la ~
Woorden die beginnen of eindigen met bond
bondgenote
-
consumentenbond
-
bondsstaat
-
bonden
-
bondig
-
statenbond
-
toeristenbond
-
Volkerenbond
-
voetbalbond
-
schippersbond
-
vakverbond
-
volkerenbond
-
bondsregering
-
bondgenoot
-
verbond
-
Bondsleger
-
vagebond
-
bondigheid
-
werknemersbond
-
vakbond
-
bondslid
-
studentenbond
-
bondgenootschap
-
volksbond
-
fietsersbond
Recente vertalingen van NL naar ES
lasser
-
onbegrensd
-
slechten
-
landingsbaken
-
statenkamer
-
komieken
-
boerenbruiloft
-
verklikken
-
keukenmachine
-
aftrek
-
pareren
-
talloos
-
souffleur
-
stijfheid
-
vrouwelijke eigenaar
-
opmaken
-
keerpunt der tijden
-
wildstroper
-
aanwakkeren
-
harmonisch
-
haardplaat
-
schatteboutjes
-
kundig
-
hoogachtend
-
slechthorendheid