Vertaling baas van Nederlands naar Frans
Wat is baas in het Frans?
Hieronder vind je de vertaling van baas van NL naar FR.
baas de ~
(meerdere)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
chef
le ~
directeur
le ~
maître
le ~
mentor
le ~
parrain
le ~
patron
le ~
principal
le ~
supérieur
le ~
tête
la ~
baas de ~
(chef)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
chef
le ~
chef déquipe
le ~
contremaître
le ~
patron
le ~
tête
la ~
Woorden die beginnen of eindigen met baas
ploegbaas
-
huisbaas
-
spullenbaas
-
timmermansbaas
-
vechtersbaas
-
zetbaas
-
werkbaas
-
koppelbaas
-
huurbaas
-
spullebaas
-
heibaas
-
kroegbaas
-
pandjesbaas
-
baasje
Recente vertalingen van NL naar FR
onvolmaakt
-
jaarboek
-
onvrij
-
aan het hoofd
-
opgemonterd
-
stuwadoor
-
randgroep
-
melkbussen
-
knikkerspel
-
wegslaan
-
erectie
-
tentoonstellers
-
sociale groep
-
schoenenwinkels
-
kernproefstop
-
strijd
-
behoren tot
-
landverhuizing
-
ijzerwerker
-
spijsverteringsorgaan
-
gympie
-
verouderend
-
tsaar
-
snack
-
regenweer