Cookievoorkeuren

Deze website gebruikt alleen cookies voor het tonen van advertenties en het bijhouden van bezoekersaantallen. Er worden geen persoonlijke gegevens opgeslagen.

Afwijzen Accepteren

Dictionary.nl

Vertalen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Synoniemen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Rijmen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Vertalen
Synoniemen
Rijmen
Links

Home
Vertalen
DuitsDE
NederlandsNL
Anfahren

Vertaling Anfahren van Duits naar Nederlands

Wat is Anfahren in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van Anfahren van DE naar NL.

Anfahren das ~ (Ausfallend werden gegen)
[zelfstandig naamwoord]

uitvallen tegen

afsnauwen

Anfahren das ~

komen aanvaren

Te vertalen

Van

NLNederlands ENEngels DEDuits ESSpaans FRFrans SEZweeds

Naar

NLNederlands ENEngels DEDuits ESSpaans FRFrans SEZweeds

Woorden die beginnen of eindigen met Anfahren

Voranfahren - anfahren - vorfanfahren

Recente vertalingen van DE naar NL

Abschuß - Briefpapier - Atomkraftwerk - Kohlenstift - Konzentrieren - Schulzeugnis - verzeichnen - Schreibeifer - hinunterschlingen - Anklägerin - Nebengang - im Durchschnitt - Wegweiser - Abschieben - Freistätte - Gedankengut - Windstoß - Exporteur - Weinranke - autokratisch - eine Wette machen - Helioskop - praktisch - tapsig - einstweilen

Reinier Korth - Freelance Web Developer