Vertaling afstammeling van Nederlands naar Duits
Wat is afstammeling in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van afstammeling van NL naar DE.
afstammeling de ~
(telg)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Sproß
der ~
Abkomme
der ~
Abkömmling
der ~
Erbe
der ~
Geschlecht
das ~
Kinder
die ~
Nachkommen
der ~
Nachkommenschaft
die ~
Sprößling
der ~
Zweig
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met afstammeling
Recente vertalingen van NL naar DE
winstdeling
-
ongedisciplineerd
-
herdersfluit
-
bajonet
-
doorlekken
-
stilstaan bij
-
gezin
-
lispelen
-
slaapplaats voor babys
-
monogaam
-
tennisvelden
-
separatisme
-
onbedeesd
-
lintwormen
-
zegenwensen
-
tweepersoonsauto
-
volksleger
-
partjes
-
huisdeursleutel
-
omroepers
-
staan
-
aanbieding
-
interne
-
isolatieband
-
belegd