Vertaling aflevering van Nederlands naar Duits

aflevering de ~ (afstaan)
[zelfstandig naamwoord]

Ablieferung die ~

Liefern das ~

Lieferung die ~

aflevering de ~ (leverantie)
[zelfstandig naamwoord]

Ablieferung die ~

Auslieferung die ~

Beförderung die ~

Einschickung die ~

Lieferung die ~

Sendung die ~

Versand der ~

Versandung die ~

Versendung die ~

aflevering de ~ (afleveren)
[zelfstandig naamwoord]

Ablieferen das ~

Abgeben das ~

aflevering de ~ (editie)
[zelfstandig naamwoord]

Ausgabe die ~

Fassung die ~

Folge die ~

Version die ~

Wat is aflevering in het Duits?